het lukt niet – aflevering elfendertig

Om de brug te slaan naar het weekend recyclet De Standaard vandaag een oude column van Mia Doornaert over het verband tussen Vlaamse autonomie en tussentaal. Tot de columniste zich zal opwinden over de NMBS-campagne voor de blue bikes (hieronder) houden we het dan maar bij Kurt van Eeghems bedenkingen over Vlaamse identitaaait:

Al dat goede werk kreeg een vervolg in ‘het veld’ wanneer de overal opduikende ‘ABN-kernen’ in parochiezalen allerhande het verenigingsleven tot meer taalkundige eenheid dwongen. Niets heeft het opgeleverd. Of toch bijna niets want de Vlaming kan blijkbaar wel ondertitels lezen en begrijpen – nergens ter wereld worden zoveel programma’s in de eigen taal ondertiteld – maar zodra een Brusselaar met een Bruggeling praat is het afgelopen met ‘het begrijpen’ en net zo vergaat het inwoners van Maaseik en Deinze of van en Bilzen. Het lukt niet, de gemeenschappelijke taal slaat niet aan. We hebben bovendien onze dialecten verwaarloosd. De onzorgvuldigheid waarmee we praten heeft ervoor gezorgd dat we twee talen, het eigen dialect en de gemeenschapstaal, zijn kwijtgeraakt. In ruil kregen we het ‘verkavelingsvlaams’, een tegen beiden aanschurkend gebrabbel dat in elke stad anders klinkt.


Als dit koeterwaals tegen alle redelijke verwachtingen in te weinig ergernis zou verwekken, dan hangen in de buurt nog wel enkele fraaie exemplaren met daarop Kim Clijsters en een slogan in een nog uit te vinden soort pidgin:

16 comments

  1. Beste Manke Usurpator,

    Goeie fotos. Heb je die zelf gemaakt en zo ja, waar? Graag plaatste ik ze op mijn eigen blog… Die affiches doen me denken aan de slogan van de Lijn, “Ge zijt nen engel,” waarover een bijdrage verscheen op Red het Belgisch Nederlands.

  2. Beste Manke Usurpator:

    Zopas verscheen het bericht over het gebruik van Zuid Nederlands in bovenstaande NMBS reclame campagne.

    Ik heb er ook nog beschouwingen over de hoffelijke aanspreekvorm “u” aan toegevoegd en de culturele verschillen tussen Nederland en Vlaanderen. Zelfs Nederlanders klagen over het “jij” dat overal te pas en te onpas gebruikt wordt in Nederland.

    Bedankt voor het gebruik van de foto’s en er staat ook een link naar jouw website bij:

    http://belned.wordpress.com/2011/06/06/nmbs-reclame-over-toffe-botten-en-bommas-of-zuid-nederlands-in-vlaamse-reclame/

    1. Hartelijk dank voor ‘uw’ reactie.
      Wat hoffelijkheid betreft: Mia Doornaert heeft het ook moeilijk met het dooreen haspelen van persoonlijke voornaamwoorden, zie het in onze rubriek ‘discussie’ gesignaleerde stuk , waarin ze even uitpakt tegen een Gents dienstertje dat een kennis van haar met ‘jou’ had durven aan te spreken. De vraag die Doornaert zich niet stelt, is: ervaart de Vlaming ‘je/jij’ als minder of meer beleefd dan resp ‘gij’ of ‘u’. Volgens mij komt ‘gij’ tegenwoordig altijd informeler over dan ‘jij’ (dat was pakweg 50 jaar geleden nog anders) en kan het dus zijn dat de dienster ‘jij’ als een soort informele beleefdsheidsvorm gebruikte (dat of ze komt uit West-Vlaanderen). ‘U’ kan in Vlaanderen beleefdheidsvorm zijn, maar net ook heel informeel (zoals in de meezinger ‘ik hou van u’). Kortom: het is allemaal bijzonder boeiend en overigens ook bewijs dat tussentalige registers strikt taalkundig alvast géén ‘debielentaaltjes’ zijn (vgl. rubriek discussie).

  3. Dag Manke Usurpator,

    Ergens op mijn website heb ik ook een kritiek op Mia Doornaerts uitval naar dat dienstertje….

    Persoonlijk vind ik het interessant te zien dat vele Nederlanders dat je/jij-gedoe altijd en overal als even vervelend ervaren als de doorsnee Vlaming. Het je/jij in Vlaanderen hebben we te danken aan marketeers en, ’t spijt me dat ik in herhaling val, sommige taalkundigen wier neuzen richting Nederland wijzen.

    Binnenkort schrijf ik meer over je/jij/gij/U….

    Het probleem met het taalbeleid in België is en blijft: Noord-Nederlandse norm=AN (met wat ruimte voor Zuid-Nederlandse couleur locale, niet te veel) en wat daarvan afwijkt is het “debielentaaltje.”

  4. Dat je/jij voor sommige Vlamingen afstandelijk kan klinken, en dus nog niet informeel genoeg (in tegenstelling tot wat je schrijft op belned), bewijst Bert Anciaux:

    “Wat is er mis met ge en gij? Ik vind je en jij afstandelijk klinken. Wel, ik ben geen afstandelijke mens.” (volledig citaat in onze rubriek discussie)

    Of het een goed idee is om je te beroepen op de risee van al wie zich in Vlaanderen intellectueel en artistiek waant, is uiteraard een andere vraag ; )

  5. Ik gebruik “jij” als ik schrijf (dus voor mij is het schrijftaal) en ge in de spreektaal met familie, vrienden enz.. En ik respecteer de beleefdheidsnormen en spreek mensen die ik niet ken met u aan, tenzij er vertrouwelijkheid is, zoals bij deze chat. En ik gebruik ook graag en veel “men,” ook al promoten de taal adviseurs “je” voor “men.”

    Het probleem nu is dat men met man en macht probeert ook nog die spreektaal met “ge” af te leren (terwijl men tegelijk beweert dat niet te willen doen). Let maar eens op hoeveel jonge ouders enkel nog het “je” aan de kleintjes aanleren. Wij werden in twee registers opgevoed en pendelden gemakkelijk tussen gij en jij, maar ook dat wordt niet meer getolereerd.

    Hoe is je eigen ervaring Manke Usurpator: ben jij al iemand die enkel nog met “jij” is opgevoed thuis en op school? Dat zou me benieuwen.

    Facit: het Zuid Nederlands wordt langzaam maar zeker afgeleerd met het oog op de standaardisatie van het Nederlands, daar ging mijn hele tekst “Red het Zuid Nederlands” over:

    http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/opinie/vrije-tribunes/red-het-zuid-nederlands-bea-hanssen/opinie-1194981043695.htm#

    1. Ach, helaas, onverwerkte trauma’s beletten de manke usurpator om vrijuit te praten over zijn ongelukkige jeugd in Verkavelingsvlaanderen waar zoals bekend de navel regeert, tuinhekken de horizon bepalen, en de manke usurpator bovendien werd misbruikt door pseudobeschaafde kindjes om dialectsprekende kindjes uit te lachen…
      Alle gekheid op twee stokjes: ik denk dat je de (sowieso al getaande) ‘macht’ van de taaltuiniers dreigt te overschatten. Zou er behalve Roos van Acker sinds de jaren 1980 nog iemand in Vlaanderen succesvol met ‘je’ en ‘jij’ (als omgangstaal) zijn geïndoctrineerd? Het valt ook dmu op dat jonge ouders hun kinderen vaak met je/jij proberen aan te spreken, maar consequent gebeurt dit niet. Ge/gij blijft namelijk ook de omgangstaal van die ouders. Je kan zeker niet zomaar stellen dat Zuid-Nederlands systematisch wordt afgeleerd, al is dat voor sommige registers vaak ‘officieel’ nog altijd de bedoeling.
      Valt er overigens wel zoveel te vrezen? We hebben al 200 jaar taaltuiniers en nog altijd tiert het ‘onkruid’ welig (overigens ook in de schrijf- en spreektaal van al de opiniemakers en politici die de tussentaal haten; als culturele identiteiten dan toch zouden blijken te bestaan, dan vormt masochisme beslist de grondslag van de Vlaamse…). En misschien zijn ook deze (met opzet wat prikkelend geformuleerde) vragen het overwegen waard: in hoeverre is jouw vrees voor het verdwijnen van een bepaalde taalvariëteit het gevolg van een haast romantisch-nationalistisch gevoede nostalgie? En in hoeverre bevestigt die vrees enkele van de denkpatronen die de nood aan een standaardtaal altijd al hebben gelegitimeerd?
      De manke usurpator wil de functie en het instrumentele nut van standaardtalen niet per se betwisten, maar denkt niet dat een minder krampachtige houding tegenover taalvariatie zal ontstaan louter en alleen door de huidige standaard wat aan te lengen met Vlaamse/Zuid-Nederlandse eigenaardigheden. Hij hoopt in de eerste plaats dat in de Vlaamse publieke ruimte ooit op een meer vanzelfsprekende manier met taalvariatie kan worden omgesprongen, zodat sommige sprekers niet louter en alleen op basis van hun taal kunnen worden weggezet als niet voor conversatie vatbaar, en zodat ook meer nagedacht wordt over de functies van taalregisters. Stigmatisering van taal en taalgebruik is altijd een slecht idee, en bovendien een dat op geen enkele manier met wetenschappelijke inzichten kan worden verantwoord. De usurpator probeert die boodschap te brengen door onder meer allerlei onwrikbaar gewaande waarheden speels te problematiseren en de huidige consensus te saboteren. Vooralsnog met niet al te veel succes, maar goed, hij loopt dan ook op krukken.

      1. Dag Manke Usurpator,

        Wel het hoge woord is eruit. Je “beschuldigt” me van een “een haast romantisch-nationalistisch gevoede nostalgie” terwijl ik juist in mijn Knack opiniestuk met succes aantoon waarom de discussie rond het Zuid Nederlands juist NIET nationalistisch hoeft te zijn. Het probleem is precies dat het debat in België over het Zuid Nederlands al sinds de 19de eeuw gekaapt wordt door nationalisten. Vergeef me, Manke Usurpator, maar ik vind je antwoord typerend voor wat er mis is met het taaldebat in België: je toont dezelfde oude reflex om wie voor aspecten van het Zuid Nederlands opkomt even tegen de schenen te stampen en voor “nationalist” te verslijten terwijl ik dat juist uitgesproken niet ben en ook niet aan nostalgie lijdt. In tegendeel, ik bekijk de taalsituatie nuchter en kritisch en vind juist dat het taaldebat in België nationalistisch is: men slaagt er niet in om een neutrale, niet nationalistische positie in te nemen en dat geldt niet enkel voor Standaard opiniemakers, aann wie jullie wel aandacht besteden, maar ook voor heel wat taaltuiniers en zelfs een aantal prominente taalkundigen, maar die laatsten blijven heel dikwijls in jullie analyses “buiten schot.” Hoe zou dat komen?

        Ik weet niet of in bovenstaande reactie Kevin Absillis of Jurgen Jaspers aan het woord is, of allebei, en dat doet er verder niet toe, maar laat ik ook even eerlijk zijn: ik vind eerlijk gezegd dat jullie je te gemakkelijk nestelen in een aantal opinies van sommige prominente taalkundigen en hun heilige huisjes mee overnemen, zonder die kritisch te analyseren (ook al komen jullie op voor taalvariatie en het Verkavelingsvlaams, toch gaan jullie niet gedetailleerd en kritisch in op de argumenten van een aantal taalkundigen, wiens meningen jullie impliciet mee helpen verderdragen). Vanzelfsprekend ben ook ik tegen stigmatisering van taalgebruik op niet wetenschappelijke basis, zoals in naam van het Verkavelingsvlaams gebeurt, en evenzeer tegen de stigmatisering van “jongerentaal,” taal van allochtonen e.a. Maar ik vind het evenzeer problematisch dat jullie me snel even hier in het hoekje willen duwen omdat ik voor het Zuid Nederlands opkom en me op mijn website over het Zuid Nederlands niet expliciet bezighoudt met “ALLE aspecten” van taalvariatie zoals Jurgen Jaspers dat probeerde te doen in zijn reactie op mijn Knack artikel. In plaats van een potentiële bondgenoot in de strijd tegen het Verkavelingsvlaams “af te schieten,” had ik eerlijk gezegd eens liever een lang artikel van jullie gezien over hoe een aantal prominente Vlaamse taalkundigen, adviseurs, en taaltuiniers, de taalvariatie van het Zuid Nederlands fnuiken… Maar ja, dat kan niet want jullie hanteren de boutade ” je overschat de macht van de taaltuiniers” -een boutade die niet gegrond is en die wel eens kritische analyse in de weg zou kunnen staan. Eerder hadden jullie het ook op mijn website over “paranoia.” Tja, als we bij de paranoia beschuldigingen zijn aanbeland, dan werkt rationele communicatie helemaal niet meer….Ik hoop ten zeerste dat ik op dergelijke wijze geen “cameo appearance” zal maken in jullie bundel over het Verkavelingsvlaams…En ik wacht met ongeduld op een kritische (en dus niet ironische) analyse van jullie hand van de meningen en publicaties van een aantal prominente taalkundigen die mee het AN in een richting sturen die Zuid-Nederlandse taalvariatie carrement in de weg staat.

        Tot slot citeer ik mezelf even uitvoerig uit het Knack artikel:

        er is “de uniformiteit:” “zowat alle opiniemakers zijn ervan overtuigd dat er maar één gemeenschappelijke standaard- of cultuurtaal is in Vlaanderen en Nederland en dat die nu eenmaal overwegend Noord Nederlands is, met wat ruimte voor een beetje couleur locale. Het alles overheersende taalklimaat laat het dan ook niet toe het over het verdwijnen van het Zuid Nederlands of Belgisch Nederlands te hebben. Wie dat toch wil doen, riskeert het verwijt te horen zich aan “taalprovincialisme” schuldig te maken en zich te verwijderen van het taalcosmopolitisme dat historisch gezien in het Noord Nederlands schijnt verankerd te zijn. Wie om het snel verdwijnende Zuid Nederlands treurt, is een irrationele, essentialistische, nationalistische romanticus; wie de uniformisering van het Nederlands in Vlaanderen naar Noord-Nederlands model en ten koste van het Zuid Nederlands nastreeft, is daarentegen een verlichte democraat.

        Bedoeling van dit opiniestuk is de discussie over het Zuid Nederlands vanuit cultuurfilosofisch perspectief te bekijken en los te maken van die al te gemakkelijke provincialisme-cosmopolitisme tegenstelling. Door te focussen op taalkundige praktijken die nog steeds grote getalen van m.i. acceptabele Zuid-Nederlandse woorden uit onze standaardtaal houden, wordt duidelijk dat men in taalkundige kringen vasthoudt aan een concept van “algemeen Nederlands” dat juist zelf in hoge mate essentialistisch is, want vooral bepaald door het Nederlands uit Nederland. Ook al spreekt de Taalunie, het instituut ontstaan uit het culturele en talige verdrag tussen Nederland en België (1980), vandaag de dag over taalvariatie, toch hangt ze impliciet nog te dikwijls de idee van één enkele standaardtaal aan.”

        Bron: http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/opinie/vrije-tribunes/red-het-zuid-nederlands-bea-hanssen/opinie-1194981043695.htm

  6. Beste Bea,
    Oei, het was helemaal niet de bedoeling je van om het even wat te beschuldigen, wel om een aantal van je (overigens niet noodzakelijk verkeerde of onwaardevolle) premissen ter discussie te stellen. Je werpt in je bericht flink wat interessante balletjes op, en daar kan ik niet zomaar één twee drie op reageren. Overigens is ‘ik’ in dit geval Kevin Absillis; de manke usurpator is géén devies om me te verstoppen, maar om de ironie te thematiseren.
    Maar first things first: je hebt overschot van gelijk om van ons ook onironische analyses te eisen. Die maken we ook, maar ze krijgen misschien te weinig aandacht op deze website. Ik zal daar vandaag nog proberen aan te werken door in een nieuwe rubriek enkele teksten beschikbaar te maken.
    Voor de rest moet je het voorlopig even stellen met excuses: het was andermaal zeker niet de bedoeling om je ‘verdacht’ te maken. Je zal meteen merken in de teksten die ik online ga zetten, dat we bijvoorbeeld helemaal niet mee doen aan de strijd tussen provincialen en kosmopolieten, die (schijn)strijd is iets waar ik me zelf ook voortdurend over kan opwinden ; )
    wordt vervolgd dus!
    hartelijke groet
    dmu

    1. Beste Bea,
      Ik hoop dat je alvast wat naar je gading vinden kan in onze nieuwe rubriek.
      Uit de daar bijeengebrachte teksten zal in ieder geval duidelijk blijken dat we Vlaamse taalkundigen en taaltuiniers in onze analyses helemaal niet ontzien, misschien zelfs wel bij uitstek viseren. Zie bijvoorbeeld ‘Het Vlaamse Stigma’ of ‘Waarom we allergisch zijn voor wat er groeit in onze tuin’. Denk trouwens ook even terug aan de manke usurpator-prijs waarvoor we uiteindelijk als speelse provocatie toch ook ‘200 jaar neerlandistiek’ met een nominatie hadden bedacht, precies om erop te wijzen dat taalkundigen al zo lang cultuurpolitieke inzichten met wetenschappelijke analyses vermengen zonder die vermenging expliciet te thematiseren. Aangezien deze blog vooral op de actualiteit inspeelt, ligt het voor de hand dat hier vaker opiniemakers worden geciteerd dan strikt taalkundigen. Maar een mooie kans om iets te doen met een meer wetenschappelijk product zal de manke usurpator niet laten liggen. Beloofd! (De manke wacht natuurlijk vol ongeduld op de publicatie van de bijdragen die destijds in de KANTL zijn gepresenteerd….)
      onverminderd hartelijke groet,
      dmu

Geef een reactie op demankeusurpator Reactie annuleren