De Manke Usurpatorprijs 2010: ontknoping

Vanzelfsprekendheid, nu ook in Vlaanderen?

Geacht publiek,

Het ogenblik waarop iedereen met spanning heeft gewacht, is aangebroken. Zoals u in de pers en op onze weblog kon volgen, selecteerde de jury vijf genomineerden voor de allereerste Manke Usurpator, een prijs voor personen en organisaties die zich verdienstelijk maken in de strijd tegen Verkavelingsvlaams. De jury wil allereerst van haar hart dat de keuze allerminst voor de hand lag. Niet door een gebrek aan geschikte kandidaten, maar precies door het schier onoverzichtelijke overaanbod. Het lijkt wel of iedereen in Vlaanderen over deze tussentaal een mening heeft. En haast nooit is die mening positief. Hoogstens, en dan slechts bij grote uitzondering, vindt iemand dat Verkavelingsvlaams al met al toch maar een taalvariëteit is als alle andere die dus ook getolereerd moet kunnen worden. Maar hoe veel vaker komt het niet voor dat het Verkavelingsvlaams genadeloos wordt afgekeurd.

Alle nijd over deze taal zat voorgeprogrammeerd in de naam die Geert van Istendael twintig jaar geleden voor haar bedacht. Hij was geen koele minnaar, maar een gloeiende hete hater van het Verkavelingsvlaams, dat zich gedroeg als een usurpator, een manke weliswaar, maar ondanks die handicap een razend succesvolle. Want het Verkavelingsvlaams kneep het Algemeen Nederlands dood en tastte in dezelfde beweging de Vlaamse dialecten aan. Zo vurig wenste de ketterse ket Van Istendael een eind aan de veroveringstocht van deze usurpator, dat hij er niet voor terugdeinsde om de allerhoogste aan te roepen. ‘Van het Verkavelingsvlaams verlos ons heer!’, zo smeekte hij.

De allerhoogste heeft Van Istendael echter niet verhoord. Anno 2010 lijkt de manke usurpator alleen maar verder opgerukt. Bijna alle kinderen die in het Nederlandstalige deel van België geboren worden, hetzij in fermettes, hetzij in een rijtjeswoning, een appartement of een caravan, groeien op in een taal die geen echt dialect is maar ook behoorlijk afwijkt van de standaard. Toch is Van Istendaels smeekbede niet in dovemansoren gevallen. Integendeel: als een nieuwe heiland verzamelde hij apostelen die links, rechts en in het centrum, in de media en in het onderwijs, de haat tegen tussentaligheid preekten.

Sommige Verkavelingsvlaamsbestrijders hebben de suggestie gewekt dat er ‘progressieven’ bestaan die alles al lang goed vinden als de boodschap maar aankomt. Manke Usurpator-kandidate Mia Doornaert heeft in een van haar columns zelfs verwezen naar de ‘profeten van het Verkavelingsvlaams’ (De Standaard¸16/08/2003). Die profeten bestaan echter niet. Ze zijn de verzonnen bliksemafleider die nodig is om de strijd tegen Verkavelingsvlaams extra urgentie te geven en de indruk te wekken dat het volk uit de slachtoffers  van die taal bestaat en niet uit de al dan niet enthousiaste sprekers ervan. Wie nog maar durft te suggereren dat taalvariatie op zich niet onnatuurlijk is, is een ‘pseudo-democraat’ die ‘generaties strijd voor culturele emancipatie’ verraadt.

Geacht publiek,

Na tweehonderd jaar taalstrijd gonst het in de Vlaamse publieke ruimte nog altijd van de kaakslagen en het hoogverraad. Intussen regeert krampachtigheid en is het enige wat kennelijk nog altijd niet vanzelf mag spreken het Vlaamse volk, de Vlaamse burger, de gewone Vlaming, de Nederlandstalige Belg, om over nieuwe Belgen nog maar te zwijgen. Om deze ironie te thematiseren, bedachten we een prijs ter aanmoediging van de strijd tegen het Verkavelingsvlaams. Niet omdat wij vinden dat die strijd nog aanmoediging behoeft, maar om op een speelse manier te laten zien hoe krampachtig Vlaanderen omgaat met culturele verschillen en taalvariatie. Ook en misschien wel vooral als die variatie zich van binnenuit manifesteert en zo de homogeniteit van Vlaanderen ter discussie stelt.

Door diverse nominaties toe te kennen konden we laten zien hoe verspreid de weerzin voor Vlaamse tussentaal is. Van het Belgicistische discours van Mia Doornaert, via de links-culturele belgitude van Marc Reynebeau  tot het rechtse flamingantisme van Bart De Wever. Bien étonnés de se trouver ensemble, zouden deze genomineerden gedacht kunnen hebben. Maar in het licht van de geschiedenis verschimt die verbazing. De strijd voor het Algemene Nederlands is namelijk van meet af aan verkocht met een complexe mengeling van kosmopolitische argumenten en etnisch nationalistische. Maar welke idealen men ook voor ogen had: de standaardtaal zoals die in de Noordelijke Nederlanden tot stand was gekomen, zat altijd in het basispakket. De neerlandistiek heeft zich bovendien vaak geleend voor diverse cultuurpolitieke projecten en gaf ze door haar wetenschappelijke aura extra glans en geloofwaardigheid.

Toch is onze Manke Usurpator niet bedacht om af te rekenen met dit verleden. Enkele bijbedenkingen daargelaten hebben wij voor het idealisme van generaties van volksverheffers en taalemancipatoren de grootste bewondering. Bovendien zijn wij ervan overtuigd dat de meeste stemmen die zich tegen vertussentaling verheffen, door goede bedoelingen worden aangejaagd. Ze vrezen dat we zonder het Algemeen Nederlands gedoemd zijn tot culturele minderwaardigheid. Of ze denken dat taalverloedering de voorbode is van een algehele teloorgang van normen en zeden. Hoewel wij niet geloven in die taalverloedering, en hoewel wij het verband tussen taal en morele deugdzaamheid discutabel durven te noemen, willen wij ieders zorgen ernstig nemen.

De organisatoren van dit congres hebben niets tegen de standaardtaal. Ze staan ook niet ‘verrukt toe te kijken als het volk massaal een bepaalde taalfout begint te maken’. Wel hebben ze belangstelling voor alle manieren waarop taal wordt gesproken en geschreven, omdat het nu eenmaal wetenschap is dat taalgebruik afwijkt van voorschriften die in grammatica’s, woordenboeken, spellingshandleidingen en stijlboekjes worden vastgelegd. Een standaardtaal is een ideaal dat slechts zelden perfect wordt gerealiseerd. Dit neemt niet weg dat dit ideaal niet nastrevenswaardig zou kunnen zijn. Mia Doornaert schreef eens in De Standaard (16/08/2003):

Alleen grondige taalbeheersing laat toe te denken, te argumenteren, te refuteren, te contesteren. Laat toe te lezen, te begrijpen, op een wonderlijke ontdekkingstocht te gaan die nooit ophoudt. Taalbeheersing is het eerste en allerbelangrijkste instrument van emancipatie. Zonder woorden kun je niet denken.

Geacht publiek,

Wij onderschrijven deze woorden met warm enthousiasme. Ook wij vinden dat  iedereen alle kansen moet krijgen om een goede taalbeheersing te ontwikkelen. En in Vlaanderen betekent dat vandaag vooralsnog dat iedereen alle kansen moet krijgen om zich te bekwamen in het Algemeen Nederlands, een taal waarin prachtige verzen, meeslepende romans en belangrijke gedachten zijn geformuleerd. Maar een goede taalbeheersing betekent eveneens kennis van verschillende registers en diverse accenten, en vooral begrip kunnen opbrengen voor zoveel variatie, en een gevoeligheid en een respect ontwikkelen voor wat deze variatie zou kunnen betekenen.

Wij zijn dus niet vóór taalverarming, maar vóór taalverrijking. En niet vóór taalverloedering, maar tégen taalvernedering. Want vernedering creëert schaamte. En zoals de geschiedenis bewijst resulteert dat gevoel veelal in het tegendeel van wat tussentaalbestrijders als streefdoel belijden. De moedertaalsprekers van het Verkavelingsvlaams gaan zich niet tot een meer ‘beschaafde’ omgangstaal bekeren, maar gaan zich onmondig voelen.

Dames en heren, wij houden van humor en van polemiek, maar wij willen dit ogenblik aangrijpen om voor even grenzen op te leggen aan de ironie. Wij zullen de Manke Usurpator niet uitreiken, omdat wij niet zélf de suggestie willen wekken dat in dit debat de goeden van de slechten te scheiden zijn. Het taaldebat in Vlaanderen verdient het om integraal ernstig te worden genomen. De uitreiking van deze Manke Usurpator zou daarom een verkeerd signaal zijn.

Een kwarteeuw geleden wees Kas Deprez erop hoe in Ierland het Iers Engels als vanzelfsprekend een normale variëteit van het Engels mocht heten. Hij zei daarover: ‘Dat vanzelfsprekende, daar wacht ik op, vooral in Vlaanderen. Een sfeer waarin de Vlaamse taalsituatie even (on)interessant gevonden wordt als om het even welke andere.’ Tien jaar na Deprez’ overlijden spreekt taalvariatie in Vlaanderen nog altijd niet vanzelf. Wij hopen toch dat deze studiedagen het tussentaaldebat wat zuurstof hebben kunnen toedienen, en misschien wel een kleine dosis lachgas. Voor het overige maken we ons weinig illusies. Talen zullen nooit helemaal vanzelf spreken, niet in Vlaanderen. Nergens niet.

De uitdaging die in die onvanzelfsprekendheid schuilt, is door de eind vorig  jaar overleden Amerikaanse onderzoeker Dell Hymes ooit prachtig verwoord:

Character does not come in one accent alone; intelligence has many voices. We take this so for granted within linguistics that we may forget to teach it. The truth is that we must never take for granted that what we take for granted is known to others. Elementary assumptions of linguistics can be liberating for those to whom they are unknown. The task of confronting misconceptions about the status of languages, as languages, may never be over.

Wij danken al onze sprekers voor hun inspirerende bijdragen, wij danken de Raad Dienstverlening van de Universiteit Antwerpen, de departementen taal- en letterkunde van diezelfde universiteit, het personeel van het Hof van Liere en Ciska Hoet, Astrid De Wit en Manke Usurpator-ontwerper Dominik Boiy.

Wij danken ook de genomineerden van de Manke Usurpator-prijs: Bart De Wever, Marc Reynebeau, Mia Doornaert, 200 jaar Vlaamse neerlandistiek – collega’s, het was maar om te lachen – en zeer in het bijzonder Roos van Acker. Zij is een fantastische ambassadrice van het Algemene Nederlands en over het Verkavelingsvlaams heeft zij overigens nog nooit een onvertogen woord gezegd. Zij reageerde bovendien genereus, sportief en onbevangen op onze uitnodiging om deze uitreiking bij te wonen. Beste mevrouw Van Acker, beste Roos, woorden schieten soms te kort, zeker na twee uitputtende studie- en discussiedagen over taal. Neem het ons niet kwalijk dat we onze dankbaarheid daarom uitdrukken in bloemen.

Tot slot dank aan u allen. U was een geweldig publiek en u was ondanks tegenwerking van de NMBS massaal aanwezig. Met meer dan genoegen en plezier nodigen wij u nu uit voor onze receptie. Heel graag tot een volgende gelegenheid,

Sarah Van Hoof, Jürgen Jaspers, Kevin Absillis

1 comments

Plaats een reactie